INNOVEREN KAN JE LEREN!
Verpleegkundigen en verzorgenden zijn vaak gewend om in kaders te denken. Zo worden we opgeleid. Er is een ziekte of aandoening, er zijn symptomen en er zijn oplossingen. Omdat ik van huis uit ook ben opgeleid als verpleegkundige, was ik ook gewend zo te denken. Maar sinds ik aan de slag ben met innovatie, realiseer ik me steeds meer hoe belangrijk het is om die kaders los te laten. Precies dat loslaten is voor veel verpleegkundigen en hun managers lastig. Voor mij was dat ook een uitdaging, maar inmiddels weet ik wat er nodig is om van die kaders los te komen. In deze blog deel ik de drie belangrijkste voorwaarden om ruimte te geven aan innovatie.
Fouten maken en doorzetten
Vallen en opstaan, vallen en opstaan, vallen en opstaan. Zó innoveer je. Eén van de grootste obstakels voor innovatie is de angst om fouten te maken. Wordt er een fout gemaakt, dan wordt dat gezien als een ramp en wordt de stekker uit het project getrokken. Maar in de afgelopen jaren heb ik geleerd anders naar fouten te kijken. Fouten zijn voor mij een leermoment geworden. Het is input om verder te kunnen, een signaal dat er iets in het proces vergeten is waar je wel aandacht voor moet hebben. Daar zoom je op in, dat ga je afpellen. Zo kom je tot een kernprobleem en daar leer je van.
Hoewel veel organisaties dat eng vinden (want wat komt er naar boven?), is mijn ervaring dat fouten maken eigenlijk heel goed zijn voor het team. Door samen die reis te maken naar het kernprobleem, ontstaat er juist verbinding. Het brengt mensen bij elkaar. Dus in plaats van dat fouten erg zijn, zijn ze juist een manier om verbinding te maken, te leren en tot een kernprobleem te komen. En die dingen heb je nodig voor innovatie! Tegenwoordig denk ik dus: doe het maar gewoon, ga maar onderuit, dan gaat het maar fout.
Inlevingsvermogen:
denken vanuit de werkvloer
Maar liefst 70 procent van de succesvolle verbetertrajecten komen vanaf de werkvloer. Als je gaat innoveren, heb je je medewerkers dus nodig. In plaats van aan een beleidsafdeling te vragen wat de problemen zijn en hoe die het beste opgelost kunnen worden, kan je dat beter eens aan de verpleegkundigen en verzorgenden zelf vragen. Je medewerkers weten echt wel waar hun behoeftes liggen en tegen welke problemen ze aan lopen. Volgens de stappen van design thinking ga je vervolgens met die problemen aan de slag. Je verzamelt en bundelt de problemen, identificeert het kernprobleem, verzint oplossingen, werkt één oplossing uit, maakt een prototype en test die in de praktijk. Tegen welke problemen loopt de medewerker nu aan? Hoe kunnen we het prototype verder aanpassen? En zo doorloop je (soms) een paar keer de stappen totdat je een oplossing hebt.
Als je zo werkt, begin en eindig je dus bij de medewerker. Dat vraagt om empathie, je inleven in de situatie van een ander. Waarom is dit een probleem voor hen? Hoe ziet het er in hun situatie uit? Wat hebben zij nodig? Daar begint je innovatietraject en die vraag moet telkens voorop staan. Tegenwoordig leg ik veel vaker de vraag terug bij het team. Willen we dit echt? Waarom gingen we innoveren? Welk probleem willen we oplossen? Soms verdwijnt dat in het proces naar de achtergrond, maar door telkens daarnaar terug te gaan, blijf je met de juiste dingen bezig. Namelijk: met de problemen van de werkvloer.
Nieuwsgierigheid
De derde belangrijke voorwaarde om los te kunnen laten is nieuwsgierigheid. Een cruciale stap bij innovatie is het verzinnen van mogelijke oplossingen. Daar mag geen enkele beperking op zitten. Stel bijvoorbeeld dat je probleem is dat je een beker van glas hebt. Om allerlei redenen is dat onhandig en dus moet het aangepast. Als je na gaat denken over oplossingen, dan mogen er geen bezwaren komen. Je moet de gekste dingen kunnen zeggen. Als jouw ideale oplossing is dat de beker moet worden omgetoverd naar goud met een randje van sterrenstof, dan is dat zo. Uit alle oplossingen kies je de meest ideale, dát is je doel, hoe moeilijk ook. Pas daarna komt de vraag: hoe kunnen we daar zo dicht mogelijk bij in de buurt komen?
Vaak willen managers voordat we aan een innovatietraject starten van mij horen wat het einddoel is. Maar dat kán helemaal niet. Ik weet niet met welke oplossingen medewerkers komen. Vaak weet ik niet eens wat nou het echte probleem is, voordat we aan het traject beginnen. In plaats van dat te vragen, moet je eenvoudigweg nieuwsgierig zijn naar wat er allemaal verzonnen wordt als je je medewerkers de vrijheid geeft. Dat moet je als organisatie aandurven. Dat zwarte gat accepteren en zien welke oplossingen er allemaal bedacht worden.
Leren innoveren
Wat ik doe, is een team begeleiden bij innovatie. Ze te helpen de problemen procesmatig te analyseren en de stappen aan te reiken die nodig zijn om tot oplossingen te komen. Het is uiteindelijk mijn doel om teams te leren zelf met innovatie aan de slag te kunnen. Alles wat ik geleerd heb over innoveren draag ik over op hen. Want dat is het goede nieuws: innoveren kun je leren!
created with